Korrelverdeling
Bepaling korrelverdeling
Voor de bepaling van de korrelverdeling van een monster zijn verschillende technieken beschikbaar. Hydrometermethode, pipetmethode voor de fijnere fracties en voor de grovere fractie is nog altijd de zeving met een automatische zeefmachine den geëigende manier. Voor de verschillende bepalingen zijn met name de voorbehandelingen erg belangrijk. Deze kunnen dan ook per norm of voorschrift nogal verschillen. Ook het drogen voorafgaand aan de bepaling kan verschillend zijn. Bij de droge zeving wordt het monster gedroogd en fijngemaakt, afgewogen en op de zeven gebracht. De zeving wordt uitgevoerd door het zevenstel met een schudmachine te schudden. Hierna wordt de zeefrest op elke zeef gewogen. Geëigende methode voor grove pure zandmonsters.
Bij de natte zeving wordt het monster met water besproeid totdat uit de onderste zeef (63 µm) alleen nog schoon water stroomt. Waarna alles gedroogd en eventueel nagezeefd en gewogen wordt.
Bepaling korrelverdeling door bezinking
Bij deze proef voor bepaling van de kleinere fracties wordt het monster gepeptiseerd. Daarna wordt het met demi-water verdund en intensief geroerd en eventueel in een ultrasoon trilbad verder losgemaakt. Vervolgens wordt het monster onder stromend gedemineraliseerd water over een fijne zeef gescheiden. Van de fractie < 63µm wordt met de pipetmethode de korrelverdeling bepaald.
Modernere methodes zoals een sedigraph of meting met laserbelichting worden bij MOS niet toegepast. Deze modernere methodes kunnen wel wat afwijken van de traditionele methodes. Dit i.v.m. de korrelvorm.